Druk op de beginletter van de titel of zoek op titel, regisseur of jaar van eerste vertoning.
Béla Tarr zijn werk kenmerkt zich in een permanente zoektocht naar eigenheid. Zijn personages zien eruit zoals ze zich gedragen. Het lijkt erop dat de mannen en vrouwen zijn terechtgekomen in een leven dat te groot voor ze is.
In een onbestemde Oost-Europese stad, waar het altijd 20 graden vriest, arriveert een circus met twee attracties. Een dode, kolossale walvis en een geheimzinnige prins die tot revolutie oproept. De onvrede bij de burgers laait op, ze willen verandering en gaan over tot geweld.
De nietsontziende mannen houden pas halt als hun volgende slachtoffer een naakte oude man is die zich achter een gordijn verstopt. Zoveel weerloosheid maakt ze weer tot mens.
Tarr maakt zijn films in samenwerking met de Hongaarse schrijver Lásló Kraszahorkai, voor wie het verschil tussen beschaving en chaos minimaal is.
Wie wil kan lang nadenken over zaken als redeloos geweld. Wie dat niet wil kan genieten van de geweldige zwart-wit fotografie en zich laten meeslepen door het trage, maar sublieme ritme.
Regisseur: Béla Tarr
Hongarije/Frankrijk/Duitsland, 2000, 145 minuten
Met: Lars Rudolph, Peter Fitz, Hanna Schygulla, Janos Derzi
RecensiesVolkskrantNRCFilmkrant
Druk op de beginletter van de titel of zoek op titel, regisseur of jaar van eerste vertoning.