O brother, where art Thou?

Als aperitief voor de filmdag van zondag 17 november a.s. presenteren we vandaag – ‘O brother, where art Thou?’ – een musical over drie goedmoedige criminelen. De drie ontsnappen uit de gevangenis om de buit van hun laatste bankoverval terug te vinden.

De film speelt zicht af in de jaren dertig van de vorige eeuw. Om dit te benadrukken zien de beelden er geel gebleekt uit. Als een foto die te lang in de zon heeft gelegen, zodat het lijkt alsof de film in die tijd is opgenomen. Tijdens hun vlucht krijgen ze van een blinde ziener te horen dat ze een fortuin zullen vinden, maar niet het fortuin wat de heren verwacht hadden. Er ontstaat een dolle reeks van avonturen waarin ze o.a. geconfronteerd worden met een cycloop (John Goodman) en nog meer mythologische figuren uit de Odyssee van Homerus. Ook al geven The Coen Brothers toe dat ze de Odyssee van Homerus nooit hebben gelezen, toch is hun film losjes gebaseerd op deze klassieker uit de Griekse oudheid, inclusief de sirenen die de mannen met hun verrukkelijke zang te gronde proberen te richten.

De titel ‘O brother, where art Thou?’ is ontleend aan een oude film: Sullivan’s Travels van de legendarische Preston Sturges. Daarin wil de fictieve regisseur John L. Sullivan na een aantal komedies een relevante, sociaal bewogen film afleveren, getiteld ‘O brother, where art Thou?’. Uiteindelijk komt hij er achter dat mensen in de bioscoop helemaal niet met het eigen en andermans leed geconfronteerd willen worden. Ze willen gewoon kunnen lachen en de dagelijkse zorgen even vergeten. Ook The Coen Brothers lijken tot die conclusie te zijn gekomen. ‘O brother, where art Thou?’ is voor hun doen een opvallend vrolijke en luchtige film. En die conclusie is positief bedoeld.

Citaat uit de Volkskrant ‘Een feest voor oog en oor’.